Wij IT-ers zijn onophoudelijk bezig om het de opdrachtgever en de eindgebruiker naar de zin te maken.
Zweten, zwoegen, ploeteren, niets is ons te veel.
Alles om die kreten van blijde verrassing te horen.
Die welgemeende complimenten in ontvangst te nemen.
Die dolgelukkige gezichten te zien.
Nee nee nee, hijs ons maar niet op de schouders, wij moeten snel weer verder!
Er is immers nog zoveel te doen!
Afijn, waarom verder uitweiden; dat dit het leven is van de gemiddelde IT-er, is immers algemeen bekend.
Wat echter niet iedereen weet, is dat we ook weleens iets doen waarbij ultiem gebruikersgeluk niet ons primaire doel is.
Wel ons secundaire, natuurlijk.
Maar toch: een ongewone situatie, waar beide partijen dan ook vaak heel wat moeite mee hebben.
Waar gaat het om: de Proof of Concept, kortweg de PoC.
Wat je doet tijdens zo’n PoC – de naam zegt het al – is het beproeven van een concept.
Nieuwe dingen testen dus. Van alles uitproberen.
Met als doel: leren.
Alle tijd die je tijdens zo’n traject besteedt aan wat je al weet of kunt, houdt je af van de dingen waar het je werkelijk om te doen is. ‘Het slimmigheidje’, ‘de korte klap’ en zelfs ‘de vieze truc’, normaal gesproken uit den boze, zijn bij een PoC daarom vaak een prima keus.
Heeft je PoC bijvoorbeeld niets te maken met autorisatie? Dan mogen de testusers die je aanmaakt toch gewoon alles. Kun je met vijf ‘poppetjes’ aantonen wat je wilt aantonen? Dan maak je je er niet druk over dat het in werkelijkheid om duizenden personen zal gaan. En heb je even snel wat invoer nodig die verder niet van belang is? Dan is hard coderen geen enkel probleem.
Alles mag, zolang je maar te weten komt wat je te weten wilde komen.
Geleerde lessen zijn dus het eigenlijke resultaat van zo’n PoC, die echter ook nog een bijproduct heeft: een proeflap, een probeersel. Een pokkending, zeg maar.
Als het goed is tenminste.
Want wie uiteindelijk iets gemaakt blijkt te hebben dat prima in elkaar zit, is misschien niet erg creatief geweest. Een beetje voorzichtig. Heeft vooral binnen de lijntjes gekleurd. En daarmee vast niet alles geleerd wat er te leren viel.
Ook bij een demo kan het zo zijn dat het tastbare product niet het doel is, maar een middel.
Een collega moest eens aan potentiële klanten de mogelijkheden laten zien van een workflowtool, die gebruikt kon worden om snel de werkprocessen van een organisatie mee te ondersteunen.
Die tool deed het prima, we werkten er al een tijdje mee.
En die collega was een van onze beste ontwikkelaars.
Toch zat hij in een hoek van de kamer te zuchten, te steunen en steeds donkerder te kijken, want het moment van de afspraak naderde en hij had te kampen met onverwachte technische problemen.
(Een demo en technische problemen; het zal ook eens niet.)
Toen wij ons al serieus begonnen af te vragen of het nog wel voor elkaar zou komen, werd het echter ineens stil in zijn hoekje en hoorden wij nog slechts koortsachtig getik.
Met rust laten, besloten wij, het gaat goed daar.
En ja hoor, niet veel later vroeg hij ons opgelucht of hij zijn presentatie op ons mocht uitproberen.
Na wat inleidende woorden kwam hij al snel bij het praktische gedeelte.
‘Om te beginnen moet ik hier een medewerker invoeren… laten we zeggen: Jan de Vries.’ En hij tikte in: Jan de Vries. Inderdaad, verscheen op het scherm. ‘En zijn adres, laten we zeggen: Kalverstraat 1.’ Typerdetyp, ook dat ging goed. En voor onze bewonderende ogen voltrok zich het gehele werkproces: hier en daar werd wat ingevoerd en aangeklikt, en dan ging alles feilloos van het ene in het andere bakje.
Dat had onze collega snel voor elkaar gekregen!
‘Hoe heb je je problemen nou eigenlijk opgelost?’ vroegen wij na afloop.
‘Nou eh… niet.’
‘Niet?!’
En toen kwam de aap uit de mouw: alles wat we hadden gezien, was nep. Niets werkte echt. De enige medewerker waarmee deze workflow het deed, was de genoemde Jan de Vries; het leek of onze collega die ter plekke stond te verzinnen, maar in feite had hij hem hard geprogrammeerd.
En wij hadden niets gemerkt!
Als wij, die onze collega zo hadden horen mopperen, er al met beide beentjes intrapten, dan zal het wel duidelijk zijn wat een verpletterende indruk de demo later die dag maakte op het echte publiek.
Het dak ging er haast af, zo mooi vonden ze het.
Ze wilden het hebben.
En dat niet alleen: het deed eigenlijk al precies wat ze nodig hadden, dus ze wilden het nu meteen.
(Had onze collega gelijk zijn volgende probleem.)
Het is werkelijk wonderbaarlijk hoe goed iets eruit kan zien, ook al hangt het aan de achterkant aan elkaar van duct tape, touwtjes en paperclips.
Dat neemt niet weg dat niemand die bij zijn volle verstand is, een eerste in elkaar geknutseld probeersel voor een revolutionair nieuwe motor in zijn auto zou laten monteren, vooral niet als hij nog jarenlang voor al zijn vervoer afhankelijk zal zijn van dat ding.
Net zo min als iemand erin zou toestemmen om een bordkartonnen toneeldecor te nemen als basis voor zijn nieuwe huis.
Zo zal dus ook een opdrachtgever die begrijpt wat er aan de hand is, nooit een rammelend bijproduct willen gebruiken voor een IT-oplossing waar hij nog heel lang mee vooruit moet. Wat niet vanaf het begin goed is opgezet, schaaf je later niet meer bij.
Aan ons de taak om duidelijk zijn over wat je van een PoC, een demo, en zo meer, kunt verwachten.
En vooral ook: wat niet.
Uiteraard is het in ons te prijzen dat wij de gebruikersorganisatie zo graag van dienst willen zijn dat wij, onder hun enthousiasme en druk, misschien toch wel eens heel eventjes overwegen om ons pokkending niet weg te gooien, maar uit te bouwen naar hun toekomstige productiesysteem.
Maar het zou een beginnersfout zijn.
Gelukkig maken wij die niet.
Tuurlijk niet.
Wat een leuk stukje, heel herkenbaar! Ik zocht op google naar de engelse vertaling van ‘pokkending’ en kwam op je website. Een pokkending, zo noemde een van de deelnemers van Fitter na kanker de bewegingsmeter. We doen ons best om persoonlijke feedback te geven op fysieke activiteit van mensen die na kankerbehandeling nog last hebben van ernstige vermoeidheid. De feedback wordt over het algemeen als heel helpend ervaren, maar.. de bewegingsmeter is nog te groot, moet iedere nacht aan de oplader, maakt soms geen connectie, gaat dan piepen.. naja, een pokkending dus soms. We werken eraan :). Groet Fieke Everts
Hallo Fieke,
Ja, pokkendingen zijn overal… Grappig dat je op die manier op mijn site terecht kwam.
Natuurlijk heb ik ook op die van jou gekeken. Ik hoop dat ik er nooit gebruik van hoef te maken, maar jullie doen mooi en belangrijk onderzoek.
Veel succes!
groet,
Henny